10 misvattingen over het vaccineren van hond en kat |
|
Vaccinaties, ook wel inentingen genoemd, zijn bedoeld om besmettelijke ziekten te voorkomen of de ziekteverschijnselen na besmetting minder ernstig te maken
Vele generaties Nederlandse honden en katten zijn goed gevaccineerd.
U heeft mogelijk nog nooit een hond of kat gezien die een ziekte had waartegen uw huisdier wordt ingeënt. Bij het Medisch Centrum voor Dieren zien we die ziekten helaas wel. Soms zijn deze dieren niet of niet goed geënt. Soms is er een andere reden waarom de hond of kat niet goed beschermd was.
Vaccinatie is maatwerk
Sommige vaccinaties zijn raadzaam voor alle dieren. Andere alleen als een dier in het pension gaat of naar het buitenland. De ene vaccinatie geeft enkele weken bescherming, een andere 3 jaar (of langer).
Een inenting komt niet in de plaats van een goede hygiëne en andere preventieve maatregelen.
Specialisten en spoedartsen van het Medisch Centrum voor Dieren onderzoeken en behandelen dieren op verwijzing van een dierenarts. Voor ziektepreventie, zoals vaccinaties kunt u bij uw eigen dierenarts terecht. Wij verdienen geen geld met vaccineren / deze adviezen
Infectieuze aandoeningen worden overgebracht van dier op dier. Dit kan op verschillende manieren:
Virussen, zoals het calicivirus (Niesziekte) en het parvovirus (Kattenziekte) kunnen zich makkelijk via de handen en de kleding van mensen verspreiden. Deze virussen blijven zelfs na handdesinfectie in leven.
Uw kat kan zich via u of uw visite besmetten met niesziekte en kattenziekte
Daarnaast gaat u misschien een keer om een andere reden met uw kat naar de dierenarts. In de wachtkamer zitten andere zieke dieren. Daarom is het raadzaam om binnenkatten WEL te vaccineren.
2. Een gevaccineerd(-e) pup of kitten kan bij een ziek dier wonen.
2a. EEN PUP OF KITTEN IS NA VACCINATIE BESCHERMD
Een pup of kitten wordt in de eerste 6 tot 9 weken van zijn/haar leven beschermd door afweerstoffen die hij/zij via de eerste moedermelk (colostrum) binnen kreeg. Hoe lang deze bescherming precies duurt is afhankelijk van:
De eerste enting is pas mogelijk als deze afweerstoffen uit het lichaam van de pup of het kitten zijn verdwenen.
Op dat moment is de pup of het kitten vatbaar voor ziekten.
Pas na de 2e enting (kat) of na de 3e enting (hond) zijn de meeste dieren goed beschermd. De dieren zijn dan 13-14 weken oud.
Bij zwerfdieren en dieren die in contact komen met zieke andere dieren, is het soms raadzaam extra entingen te geven. Lees verder bij inentingen hond of inentingen kat.
2b. EEN GEVACCINEERD DIER KAN NIET ZIEK WORDEN
Niet elk dier reageert even goed op vaccinaties. Bijna alle pups en katten zijn na vaccinatie beschermd, maar de weerstand van een individueel dier kan onvoldoende zijn. Daarnaast kan elk dier ziek worden, als de infectiedruk (het aantal virussen en bacteriën) maar hoog genoeg is.
Lees meer over ziektepreventie:
De enting tegen niesziekte dient jaarlijks herhaald te worden. Als een kat niet of onvoldoende beschermd is tegen niesziekte, kan hij/zij na besmetting ernstig ziek worden. Dieren kunnen de volgende problemen krijgen:
Een gevaccineerd dier kan wel niesziekte krijgen, maar wordt minder ernstig ziek en herstelt sneller.
Dieren die eenmaal niesziekte gehad hebben, hebben een grotere kans om de klachten terug te krijgen.
Chronische niesziekte wordt veroorzaakt door vergroeiingen in de neus en is geen infectieuze aandoening. De enting voorkomt klachten van chronische niesziekte niet, maar kan wel voorkomen dat nieuwe infectie de klachten erger maakt.
De enting tegen de ziekte van Weil (hond) en niesziekte (kat) dienen jaarlijks te worden gegeven om een goede bescherming te geven.
Veel andere vaccinaties hoeven minder vaak gegeven te worden. Er zijn ook inentingen die korter dan 1 jaar bescherming geven.
Kijk voor meer informatie op inentingen hond of inentingen kat
Als uw hond, kat of fret naar het buitenland gaat, is een vaccinatie tegen hondsdolheid verplicht.
U dient echter meer maatregelen te nemen als u wilt voorkomen dan uw hond in het buitenland een infectieziekte oploopt. Zeker als u op vakantie gaat naar zuid-Europa, zijn aanvullende maatregelen aan te raden.
Lees verder bij op vakantie met de hond
Enting is maatwerk. Laat u goed voorlichten. Geef geen vaccinaties tegen ziekten die in de omgeving van uw hond niet voorkomen of waarvan het effect niet is bewezen.
Lees verder inentingen hond en inentingen kat.
Een neusenting tegen kennelhoest geeft een betere lokale bescherming dan een enting die als injectie wordt gegeven. De enting werkt snel en kan ook bij jonge pups worden gegeven.
Omdat de entstof bestaat uit levende (verzwakte) virussen, kan uw hond na vaccinatie wel een gering verkouden worden.
Vaccinatie beschermt uw huisdier tegen natuurlijke en gevaarlijke ziekten.
Door hondenziekte, kattenziekte, niesziekte, parvo en de ziekte van Weil overlijden nog te veel dieren, ook in Nederland. De ziekte van Weil is zelfs gevaarijk voor de mens: In 2014 liepen minimaal 40 mensen in Nederland deze ziekte op.
U kunt u zelf en uw huisdier veel ellende besparen door hem/haar goed te laten inenten.
Vaccinatie kan ernstige bijwerkingen hebben.
Deze kans is echter erg klein. In een onderzoek bij 1,2 miljoen honden bleek dat 0,38% van deze dieren last had van bijwerkingen van een vaccinatie. 99.62% van de honden had in dit onderzoek geen (noemenswaardige) bijwerking.
De meest voorkomende ongewenste reacties zijn een bult op de plek van de vaccinatie en een allergische reactie. In het ergste geval kan een hond overlijden aan de bijwerkingen (3 honden = 0,00025%).
Katten kunnen, net als honden, milde ziekteverschijnselen krijgen na vaccinatie. Een allergische reactie is zeldzaam. Geadviseerd wordt om niet te veel vaccinaties tegelijk te geven.
Bijwerkingen komen niet veel voor, maar het zal je hond of kat maar zijn...
In principe is deze stelling juist, maar het is wel afhankelijk van de aandoening die uw huisdier heeft.
Bij een dier met een acute ziekte kunt u de vaccinatie beter uitstellen. Bij een chronische en stabiele aandoening, is vaccineren vaak wel aan te raden.
Zelfs dieren die behandeld worden met prednisolon kunnen gewoon gevaccineerd worden. Het kan zijn dat de weerstand minder toeneemt dan bij een dier dat geen prednisolon kirjgt. Ook kan een dier dat een levend (verzwakt) vaccin krijgt, mogelijk iets meer ziekteverschijnselen vertonen. Als een ongevaccineerd huisdier ziek wordt, kunnen de kosten beduidend hoger uitvallen. Lees verder bij inentingen kat en inentingen hond. Van hieruit kunt u ook doorklikken naar de individuele aandoeningen waartegen u uw huisdier kan vaccineren. Anderen die deze informatie lazen, waren ook geïnteresseerd in:
|
|
auteur: Tjerk Bosje, specialist interne geneeskunde der gezelschapsdieren | |
bron: https://www.mcvoordieren.nl/misvattingen-inenting-hond-kat |